‘Death and taxes are forever’ luidt een Engels gezegde. Verder kan maar weinig aanspraak maken op eeuwigheid. Ook het verzet tegen als onrechtvaardig ervaren belastingen is van alle tijden. Soms groeit dat uit tot een gewapende opstand, zoals de 80-jarige Oorlog. Toen trok de Spaanse overheid aan het kortste eind, meestal haalt het verzet weinig of niets uit.
Was Nederland in de 17e eeuw de belangrijkste Europese handelsnatie, in de 18e eeuw groeide Engeland onstuitbaar. De vloot kon in de 3e Engelse oorlog (1672-4) Frankrijk en Engeland op afstand houden. Later was dat in de 4e Engelse oorlog (1780-4) onbegonnen werk. Onze propaganda noemde de slag bij de Doggersbank een triomf en admiraal Zoutman een held. In werkelijkheid werd de vloot naar huis teruggejaagd en bleef daar.
Deze ontwikkeling zette Engeland onvermijdelijk op een ramkoers met Frankrijk, de andere Europese grootmacht. In de 7-jarige oorlog (1757-63) besliste Engeland de strijd met de verovering van Frans Canada en delen van India, de basis voor het Empire. Uiteindelijk kon de Engelse regering van John Stuart, 3rd Earl of Bute (1713-92), mentor en vertrouweling van George III (1738-1820), een voordelige vrede sluiten. Beide landen hielden er een gigantische oorlogsschuld aan over, met als gevolg hoge belastingen. In Frankrijk leidde dat later tot de Revolutie. Engeland hield wel zijn veroveringen, maar was feitelijk bankrupt. Dus zocht men mogelijkheden om de belasting te verhogen of nieuwe in te voeren. In 1763 is de accijns op Cider en Perry verhoogd, dranken die vooral gemaakt werden in de grote landgoederen wiens eigenaren niet toevallig ook leden van het Lager en Hogerhuis waren. Men kan zich voorstellen dat politiek de rapen gaar waren. Daar komt nog bij dat Lord Bute een Schot was en die waren toen in Londen niet echt geliefd. Het resultaat was dat hij krap één jaar regeringsleider kon blijven voordat hij tot aftreden werd gedwongen. De agitatie om de accijnsverhoging ongedaan te maken bleef aanhouden en in 1766 bracht Bute’s opvolger, Lord Grenville, tot algemene vreugde het accijns weer terug tot de voorgaande niveau. Dit leidde echter niet tot de gewenste wederopstanding van de nijverheid. De boomgaarden waren verwaarloosd of gekapt om plaats te maken voor landbouwgrond. De Cider & Perry Act was overigens onderdeel van een pakket van maatregelen als de Sugar, Stamp of Tea Act, die tot verzet in de Amerikaanse koloniën en de onafhankelijkheid van de USA leidden.
Waarom deze lange inleiding en wat heeft het te maken met glas? In Cambridge stond een op het eerste gezicht weinig bijzonder laarsvormig bekertje: ‘Bekertje (h: 9,7 cm) in helder kleurloos glas. Pontilmerk onder ronde platte voet (Ø: 2 cm). Verwijdend langgerekt cylindrisch lichaam (Ø: 1,8-03,2 cm) met vuur-afgeronde rand. Aan de voet een aangehecht open S-vormig horizontaal handvat/steun. Gewicht: 0,049 kg.’ Het had een interessante vorm, maar was verder niet goed plaatsen. Geen ‘stirrup Glass’ een glas zonder voet waarin bij de vossenjacht drank aan de ruiters aangeboden wordt. Ook geen ‘koetsiersglaasje’ voor een vlugge borrel op de bok. Maar wat was het dan wel? Men noemde het een ‘boot glass’ en er zou een verband zijn met Lord Bute. Nader onderzoek gaf al snel dat Bute toentertijd werd uitgesproken als ‘Boot’. De sprong naar boot glass ligt dan voor de hand. Maar waarom deze naam en wat wilde die zeggen? Dronk men op z’n gezondheid of bespotte men hem? Hij was als Schot, aanhanger van George III én lastenverzwaarder niet populair. Dus was zeker geen heildronk, eerder het tegendeel. Temeer omdat ‘to boot someone’ betekent iemand tegen zijn zin en met enig -politiek- geweld er uit schoppen. Zoals gezegd, al na korte tijd verloor Bute de steun van de koning en trad af. Hij verdween naar zijn landgoed, waar hij ging tuinieren en faam verwierf als verzamelaar van uitheemse planten.
Met deze geschiedenis heeft zo’n klein bekerglaasje een bijzondere politieke betekenis.
Geraadpleegde litteratuur:
• David F. Burg: A world history of tax rebellions; New York 2004, ISBN 0-415-92498-7
• Ferdinand H.M. Grapperhaus: Belasting, Vrijheid en Eigendom; Amsterdam 1989, ISBN 906011.664.X
• G. Bernard Hughes: English, Scottish & Irish Table Glass; London 1956
• J. Sidney Lewis: Old Glass and how to collect it; London
• Glashistorisch Tijdschrift, 31e Jaargang 4e kwartaal, nr 119
• Yearbook 1968-1969 Antique Collectors Club
Summary
As the saying goes: ‘Death and taxes are forever’. And so is resistance to taxation. Especially when perceived as unjust, citizens rally against it and even take up weapons to defend their rights. Most of the times the Crown wins, sometimes the citizens do.
In the 18th century Great Brittan surpassed the Netherlands in commerce and trade. Its fleet sailed all over the world, conquering colonies. Thus a confrontation with France, the other great power in Europe, became inevitable. The ‘final’ clash was the 7-years War (1757-63) in which Brittan drove the French out of Canada and India. At the treaty of Paris John Stuart, 3rd Earl of Bute (1713-92), then Prime Minister to George III (1738-1820), negotiated a profitable peace. The war was won, but Brittan was practically bankrupt. To find the money to pay off the war debts Bute did the usual: increase taxes, excises, import/export duties, etc.
Lord Bute was a Scotsman, who were mistrusted in London after the 1745 Jacobite uprising. Furthermore he was a confidant of the King and was said to have improper relations with the Kings mother. And on top of it all he did raise taxation. One of which was the 1763 Cider & Perry excise. Cider and Perry were mostly manufactured on the large estates of which many owners were members of Parliament. As was to be expected, this made him a very unpopular Prime Minister, who had to resign within a year. In 1766 Bute’s successor, Lord Grenville, almost abolished the excise:
“Rejoice! Here’s welcome News, Come let us merry be,
Sing George, our gracious King, in his great Clemency,
So kindly has consented his Subjects’ Wants to ease,
By taking off the Cider Tax, which does the Kingdom please”
Why this long introduction and what is its relation to glass? In 2014 in Cambridge I saw a small, boot like beaker (h: 09,7 cm) which form I couldn’t place in time or use. The seller told me it had a political connection and he called it a boot glass. The first thing I learned afterwards was that in those days ‘Bute’ was pronounced ‘Boot’, which did explain ‘Boot glass’ and that ‘to boot someone’ means to force someone out’ (of office or job). Clearly Bute’s political adversaries wanted him out and to symbolize this, they used to ridicule and diminish him by drinking out of a little boot glass. So my beaker indeed has a significant political connotation, going back over 2 centuries in Georgian Brittan.