Symposium Historisch Gebruiksglas 2023
Op 04 november vond het achtste symposium van de stichting Het Historisch Gebruiksglas plaats in het Rijksmuseum van Oudheden. In het museum was de Leemanszaal volledig bezet met 70 glasliefhebbers. Ook volgden zo’n 30 mensen het symposium online. De deelnemers kregen het Jaarboek 2022 uitgereikt in het museum of vooraf met de post bezorgd.
Na een verwelkoming door de voorzitter van de stichting leidde dagvoorzitter Nelleke Nicolai het programma in.
Als eerste spreker nam Dedo von Kerssenbrock-Krosigk, sinds 2008 hoofd van het Glasmuseum Hentrich in Düsseldorf, ons mee naar februari 2000. Toen bleken in het museum 14 glazen objecten gestolen te zijn. Men denkt dat ze beetje bij beetje uit de vitrines zijn gehaald en eerst ergens in het museum verborgen zijn geweest. Daarna zal de dader ze hebben opgepakt en mee naar buiten genomen. Gelukkig werden twee glazen al snel teruggevonden, de overige bleven verdwenen. In 2020 werden in Italië zes objecten door de Carabinieri teruggevonden bij een Duitser, die ze aan het museum te koop had aangeboden. De laatste zes zijn nog steeds weg. Het internationaal terugvorderen van gestolen kunstvoorwerpen bleek ingewikkeld te zijn.
In de voordracht richtte Dedo zich op twee belangrijke voorwerpen: een beker op voet met braamnoppen en deksel, met een pendant, beiden gedateerd in de 16e eeuw. Daarnaast een geribbelde schenkkan in ‘Calcedon glas’ met een zilveren montuur, mogelijk afkomstig uit de late 15e eeuw, rond 1450-60 vervaardigd door de bekende Venetiaanse glasmeester Angelo Barovier.
Daarna was het de beurt aan Guus Verhaar van de Technische Universiteit Delft om ons duidelijk te maken wat moderne natuurwetenschappelijke non-destructieve methoden kunnen betekenen voor de kennis van oude glazen voorwerpen, hun interne samenstelling en de al dan niet slechte conditie van de glasmassa. Tot dan bleef de mogelijkheid glas te determineren voornamelijk beperkt tot een kunsthistorische of vervaardiging technische beschouwing. Deze worden nu verruimd doordat we binnenin het glas kunnen kijken en zo de samenstelling van de glasmassa, wijze van vervaardiging, latere aanvullingen en/of reparaties kunnen bepalen. Daarmee wordt het ook beter mogelijk de, plaats van vervaardiging van het glas te leren kennen door dat te vergelijken met glas waarvan de herkomst vast staat. Of we overigens hiermee al onze vragen zouden kunnen beantwoorden valt nog te bezien. Wel zijn we vele stappen verder gekomen.
Vervolgens herdacht bestuursvoorzitter Willem van Traa de onlangs overleden glaskenner en -antiquair Peter Korf de Gidts. Veel aanwezigen zullen hem in zijn winkel en later in zijn woonhuis gekend en gewaardeerd hebben. Zelf had hij zeer goede herinneringen aan hun vele gesprekken in de Nieuwe Spiegelstraat. Daar heeft Peter hem met zijn kennis ook de liefde voor glas bijgebracht. Wij zullen hem in eerbied en genegenheid gedenken.
Als derde spreker onderzocht Theresa Costello, restaurateur van glas en ceramiek, het typerende patroon van interne barstjes in de mondstukken van glazen Post of Jacht Hoorns uit de 17e-18e eeuw. Samen met meester glasblazer Marc Barreda die met oude technieken replica van deze hoorns maakte, ontdekte zij dat deze barstjes het gevolg waren van een bewuste snelle afkoeling van het mondstuk in koud water. Dat was nodig om de blaasgang van het mondstuk rond te houden, teneinde er enig geluid mee te kunnen maken. Vragen naar de functie en het gebruik van deze hoorns blijven open voor nader onderzoek.
Naast haar voordracht had Theresa een aantal door Marc Barreda recent geblazen hoorns meegebracht waarop de aanwezigen zelf konden proberen geluid te blazen, hetgeen niet zo eenvoudig bleek te zijn.
Na de gezamenlijke lunch in het museumrestaurant sprak Michel Hulst over het glashuis Soop, een vroeg 17e eeuws Façon de Venise glashuis in Amsterdam. In de 17e eeuw nam door diverse oorzaken de bevolking van de Noordelijke Nederlanden toe. Daardoor kregen steden de ruimte voor en behoefte aan meer arbeidsintensieve bedrijvigheid. Door de Opstand hadden de 16e eeuwse Spaanse octrooien voor het maken van glas in Antwerpen hun rechtskracht verloren. Daardoor lag de weg open voor een eigen ‘glasindustrie’, die arbeidsintensief was en daarbij status en inkomsten opleverde. In 1601 werd in Amsterdam een glashuis opgestart dat glas naar Venetiaan voorbeeld ging maken. Dit glashuis zou 25 blijven functioneren.
In 2000 ontdekten particulieren een grote hoeveelheid glas bij de Kloveniersburgwal. Daarna ging de Dienst Monumenten en Archeologie graven en ontdekte onder andere de fundamenten van een glasoven. Michel nam ons meer door de daar gevonden glasscherven , die een beeld gaven van hetgeen dit glashuis zoal heeft gemaakt.
Na de theepauze was Piet van der Meulen de laatste spreker. Na een overzicht van zijn familiegeschiedenis, vertelde hij hoe hij via voorwerpen uit de ‘Vaderlandse geschiedenis’ tot het verzamelen van glas was gekomen. Daarna bood hij een uitvoerig overzicht van de grootte en breedte van zijn enorme collectie met een keur aan bijzondere glazen. Hij had daarbij een online video meegenomen, die helaas binnen de internet omgeving van het museum niet goed bleek te werken. Desgewenst kon iedereen op aanvraag een link ontvangen om deze video thuis nog eens rustig te bekijken.
Daarna gaf Willem van Traa een korte toelichting op de plannen van de stichting voor de komende jaren. Aanvankelijk was ons streven er op gericht het werk tenminste tien jaren vol te houden. Na een paar jaren bleek dit symposium te voorzien in een behoefte aan inhoudelijke verdieping en contactmogelijkheid voor amateurs en professionals. Daarom is besloten verder vooruit te kijken. Dat betekent dat we meer (geld)middelen en vooral ook meer mensen kunnen gebruiken om de publiciteit, de website en organisatie te versterken. Hij deed dan ook een beroep op iedereen zich daarvoor aan te melden.
Tenslotte bedankte de dagvoorzitter Nelleke Nicolai de sprekers, de techniek en alle aanwezigen voor hun bijdrage aan het symposium. Zij gaf aan dat het volgend jaar op zaterdag 09 november 2024 weer in Leiden zal zijn en vroeg deze datum nu al in de agenda vast te zetten. Daarna sloot zij rond 16.00 uur het symposium af en nodigde iedereen uit voor de gebruikelijke borrel in het museumrestaurant.
Onze stichting komt voort uit particulier initiatief. Wij ontvangen geen subsidie en zijn voor het werk afhankelijk van bijdragen van belangstellenden. Daarom stellen wij een bijdrage in onze kosten zeer op prijs. Vanaf € 50 per jaar wordt u donateur van de stichting. Wij hebben de ANBI-status verkregen waardoor u gebruik kan maken van een extra giftenaftrek bij uw belastingsopgave, www.belastingdienst.nl. Meer informatie over het werk van de stichting is te vinden op onze website.
Bestel het Jaarboek
Wilt u ook de boeiende artikelen lezen in de Jaarboeken Het Historisch Gebruiksglas vanaf 2016 tot en met 2022? U kunt ze voor € 20,- per stuk bestellen via contact@hethistorischgebruiksglas.nl
Van alle jaargangen 2016 – 2022 zijn nog exemplaren verkrijgbaar.